Oliehoudende lucht
Om de ophoping van olie bij het sensortip te voorkomen moet de sensor zodanig in de leiding worden gemonteerd dat de olie langs het tip via de wand van de leiding kan weglopen. Bij een horizontale pijpleiding moet de sensor van onderaf worden gemonteerd in plaats van bovenaf.
Temperatuurverschillen

Als de temperatuur van het medium en de omgevingstemperatuur sterk verschillen, moet de sensor in het midden van de pijpleiding gemonteerd. Dit minimaliseert de invloed van de omgevingstemperatuur op het sensortip. Hiervoor bieden wij sensoren met verschillende meetstiftlengtes aan.
Afzettingen op het sensortip

Afzettingen en roet verhinderen de warmteoverdracht en moeten worden vermeden. Als geleidelijke verontreiniging door het gebruik van filters niet volledig kan worden voorkomen, kan het helpen om de sensortip regelmatig met een doek schoon te maken.
Glycolconcentraties
Verschillende glycolconcentraties hebben verschillende thermische eigenschappen die de evaluatie van het meetsignaal beïnvloeden. De in de sensoren opgeslagen glycolkarakteristiek is gekalibreerd op 35 %. Als hiervan wordt afgeweken is een teach-proces noodzakelijk.