Het hydraulische aggregaat is het centrale onderdeel van een hydraulische testbank. Bij een hydraulische testbank met impulsdruk worden druksensoren gekwalificeerd door middel van een "versnelde levensduurtest".
Een uitval van de installatie zou enerzijds de ontwikkelingstijd verlengen, omdat de tests niet volgens plan konden worden uitgevoerd. Anderzijds zou de levering van bepaalde typen druksensoren tijdelijk worden beperkt omdat de nodige tests voor het waarborgen van de kwaliteit van een serie niet kunnen worden uitgevoerd. Dit zou op zijn beurt een direct effect hebben op de omzet van de productgroep en de leveringsmogelijkheden in gevaar brengen.
Het bestaande hydraulische aggregaat is al uitgerust met sensoren (temperatuur, druk, niveau). Deze informatie wordt gebruikt voor de besturing van de installatie om zo nodig de machine te stoppen als de grenswaarden worden overschreden. Het aggregaat is ook uitgerust met twee tanks waarmee de hydraulische olie kan worden gekoeld.
Een ander bijzonder kenmerk van het aggregaat zijn de twee pompen, die als redundantie zijn geïnstalleerd en die identiek zijn. In bestaande installaties met twee redundante pompen is de gelijkmatige belasting van de pompen van cruciaal belang om de totale levensduur van de pompen te verlengen en om schade aan één pomp door een te lange stilstandstijd (bijv. vastlopen van de lagers) te voorkomen.
Uitgebreide conditiebewaking voor het hydraulische aggregaat
Factoren die moeten worden bewaakt, zijn de slijtage in het hydraulische systeem en de looptijd van de pompen om deze te optimaliseren. Grenswaardeoverschrijdingen moeten in een vroeg stadium kunnen worden opgespoord door een geautomatiseerd alarmbeheersysteem.
De signalen van bestaande sensoren in de installatie worden afgetakt via de Y-weg/retrofit. Er zijn twee varianten geïnstalleerd:
Tank
De andere sensoren zijn geïnstalleerd en in bedrijf gesteld volgens hun bedieningsinstructies.
Pomp
Retour
moneo RTM is centraal op een server geïnstalleerd. Via de IO-Link-master worden de sensorwaarden naar de moneo RTM gestuurd voor visualisatie en verwerking.
Uitgebreide conditiebewaking van een hydraulisch aggregaat met moneo RTM
Dankzij de retrofit (het aftakken van de sensorwaarden uit de besturing) en de aanvullende registratie van karakteristieke waarden van het hydraulische aggregaat is het mogelijk om aan alle vereisten van een volledige conditiebewaking te voldoen.
In het dashboard beschikt de gebruiker over een overzicht van de actuele sensorwaarden van de installatie. Het volgende dashboard geeft een overzicht van de relevante proces parameters.
In aparte dashboards krijgt de gebruiker uitgebreide informatie, zoals de actuele karakteristieke waarden voor de pomp:
De analyse geeft toegang tot de opgeslagen historische data van de sensoren. Dit geeft inzicht in het verleden en vergemakkelijkt het opsporen van fouten. Verschillende sensorwaarden kunnen in chronologische volgorde worden bekeken en geanalyseerd.
Uit de volgende analyse blijkt duidelijk dat de trillingswaarde (v-Rms) en de hydraulische olietemperatuur samenhangen. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de trillingswaarde te gebruiken als een vroege indicator van een grenswaardeoverschrijding van de hydraulische olietemperatuur.
Voor verschillende proceswaarden van het hydraulische aggregaat worden statische grenswaarden ingesteld. Bij een onder- of overschrijding wordt in moneo een ticket gegenereerd. Die kan achteraf verder worden verwerkt via ticketverwerkingsregels.
Voor het hydraulische aggregaat worden de volgende proceswaarden gebruikt voor bewaking via grenswaarden:
Via deze functie kan eenvoudig worden gedefinieerd wat na activering van een waarschuwing of een alarm moet gebeuren, bijv.:
Met de berekende waarden en sjablonen kan aanvullende informatie worden gegenereerd uit meetwaarden.
De registratie van de bedrijfsuren is gemaakt met behulp van het sjabloon bedrijfsurenteller. Zolang het toerental van de pomp hoger is dan 50 omw/min, blijft de tijdteller actief.
De 0...10 V analoge waarde van de temperatuursensor moet geschaald worden naar de overeenkomstige temperatuurwaarde (0 V = 0 °C en 10 V = 100 °C).
De niveausensor verzendt via de IO-Link-interface alleen de meetwaarde zonder offset. Dit moet bij de meetwaarde worden opgeteld.