You probably do not come from: Netherlands. If necessary, change to: United States
Service hotline 0341 – 438 438

Robuuste toerentalsensoren met IO-Link

In een metalen behuizing met ATEX-keurmerk groep II, categorie 3D

  • Robuuste metalen behuizing M30, geen extra slagbeveiliging nodig
  • ATEX-keurmerk groep II, categorie 3D
  • Ideaal in combinatie met een PLC
  • Kan vlak verzonken worden ingebouwd
  • Meetwaardenregistratie en parametrering via IO-Link

Compacte toerentalbewaking
De nieuwe toerentalsensoren zijn de compacte oplossing voor de toerentalbewaking, want de verwerkingselektronica is al in de sensorbehuizing geïntegreerd. De instelling van de grenswaarde, d.w.z. bij welk toerental de uitgang schakelt, gebeurt via een potentiometer of IO-Link. Zowel roterende, als ook lineaire bewegingen kunnen worden bewaakt op over- of onderschrijding van de instelwaarde of blokkeren. Deze nieuwe sensoren worden ten opzichte van hun voorgangers gekenmerkt door een robuuste metalen behuizing voor de vlak verzonken inbouw. Bovendien is een speciale variant met ATEX-keurmerk leverbaar, waarvoor geen extra slagbeveiliging nodig is.

Applicaties
Met name op het gebied van de transporttechniek worden de compacte toerentalsensoren op velerlei manieren toegepast, bijvoorbeeld ter bewaking van transportbanden of bekerelevators. Hier dienen ze bijvoorbeeld voor de bewaking van de onderschrijding van de instelwaarden of blokkeren resp. stilstand.

Voordelen
De toerentalsensoren omvatten de complete toerentalbewaking. Het schakelpunt kan met behulp van een meergangspotentiometer worden ingesteld. Via IO-Link krijgt men de beschikking over extra functies, zoals informatie over het actuele toerental of het schakelpunt en de parametrering van belangrijke extra parameters, zoals bijv. de startoverbruggingstijd op afstand. Daarmee is de directe communicatie met de besturing of de SMARTOBSERVER mogelijk.

Werkwijze
De geïntegreerde sensor wordt door passerende nokken of andere metalen schakelvanen afgedekt. De verwerking bepaalt op basis van de tijdsduur tussen de dempingen de periodeduur respectievelijk de frequentie (toerentalmeetwaarde) en vergelijkt deze met het ingestelde schakelpunt (instelwaarde). De uitgang is doorgeschakeld tijdens de startoverbrugging en wanneer het toerental groter is dan de ingestelde schakelwaarde. Een led signaleert het onderschrijden van het ingestelde toerental en het uitschakelen van de uitgang.