Media op waterbasis
Water heeft goede thermische eigenschappen, waardoor het calorimetrische meetprincipe zijn sterke punten kan laten zien en de stromingssnelheid betrouwbaar kan worden bepaald.
Bij dergelijke applicaties kunnen turbulentie in het medium en wisselende stromingssnelheden nog steeds van invloed zijn op het meetresultaat. Er kunnen zich ook afzettingen of biofilms vormen, die de thermische geleidbaarheid negatief beïnvloeden.
Glycolen en oliën
Glycol-beschermende lagen en oliën hebben een lagere thermische geleidbaarheid dan water. De exacte samenstelling van het medium beïnvloedt deze fysische eigenschappen. Daarom moet voor het desbetreffende medium een mediacurve worden gebruikt. Bovendien verandert de viscositeit van olie afhankelijk van de temperatuur en kan er temperatuurstratificatie in pijpleidingen optreden, waarmee bij de meting en montage rekening moet worden gehouden.
Gasvormige media
Lucht heeft een zeer lage thermische geleidbaarheid in vergelijking met vloeibare media en vereist een relatief langer stabiliteitstijd bij turbulentie. Hierdoor hebben snelle temperatuurschommelingen en temperatuurstratificatie een sterke invloed op het meetsignaal. Lucht is een samendrukbaar medium. Dit betekent dat de druk de dichtheid beïnvloedt, die op zijn beurt de thermische geleidbaarheid van het medium bepaalt. Bij het thermische stromingsprincipe wordt de stromingssnelheid (m/s) gemeten en vindt er geen convertie naar de standaardomstandigheden (Nl/min) plaats. Afzettingen zoals roet en condens op het meetpunt kunnen de meting verder beïnvloeden.