Met geringe werkzaamheden en zonder ingreep in bestaande systemen kunnen verbruiksgegevens worden geregistreerd en daardoor tegelijkertijd twee essentiële factoren voor de optimalisatie van de energieverbruiken worden gerealiseerd.Enerzijds worden mogelijke energiebesparingsmogelijkheden zichtbaar, anderzijds worden mogelijke energieverspillingen zichtbaar.
Veel tellers of sensoren beschikken over een zogeheten impulsuitgang of een S0-interface.Deze kunnen worden gebruikt voor geautomatiseerde verbruiksregistratie. Onder andere warmtemeters, stroommeters, watermeters, stromingssensoren en gasmeters beschikken over S0-interfaces.
In veel industriesectoren worden verbruiken al geregistreerd, echter vindt dat vaak nog niet geautomatiseerd plaats. Zodoende bestaan er geen centrale evaluaties over individueel verbruik, over piekverbruiken, de totalen van alle verbruiken. Buiten de bedrijfstijden kunnen inderdaad ongewenste verbruiken ontstaan, die niet kunnen worden vastgesteld. Ook het identificeren van kostenelementen in het energieverbruik is niet mogelijk.
Voor de beoordeling, optimalisatie en de kostenverlaging van het totale energieverbruik is de automatische registratie van alle verbruiken noodzakelijk.
Voor de realisatie van een dergelijk project zijn de volgende basiscomponenten noodzakelijk naast de gekozen tellers of sensoren:
Geregistreerde impulsen worden door de tellermodule geregistreerd en opgeteld. Deze telwaarde wordt via IO-Link naar de IO-Link-master verzonden en aansluitend door de moneo RTM verder verwerkt.
Door de registratie van de verbruiken in combinatie met moneo RTM verkrijgt men transparantie over de energieverbruiken. De visualisatie van de totale verbruiken maakt tegelijkertijd ook een identificatie van "energievreters" mogelijk. Waarmee wederom kosten en energie kunnen worden bespaard. Pieklasten kunnen beoordelen, zorgt voor planningszekerheid.
Samenvattend vormt dit een bijdrage tot de omvorming van het energiesysteem, omdat energieverspilling kan worden geïdentificeerd en vermeden.
Het dashboard biedt een snel overzicht van alle verbruikswaarden. De uiteenlopende visualisatie-elementen bieden een opgeruimd overzicht van de betreffende verbruikswaarden. Hier aan de hand van het voorbeeld van twee stroommeters die het verbruik van lijn 1 en lijn 2 registreren. Via de berekende waarden wordt een totaalverbruik bepaald, dat hier tevens kan worden weergegeven:
De gegevens worden door moneo permanent in de achtergrond opgeslagen. Dat maakt de gedetailleerde analyse van de verbruikswaarden op een later tijdstip mogelijk. Door flexibel in te stellen analyses kunnen verschillende procesgegevens met elkaar worden vergeleken. Tijdsperioden met een verhoogd energieverbruik kunnen zo gemakkelijk worden geïdentificeerd. Deze inzichten kunnen dan voor optimalisatie worden gebruikt.
De IO-Link-adapter verstuurt de geregistreerde impulsen naar het moneo-systeem. De berekende waarden zorgen voor de omrekening in de direct bruikbare procesgegevens.
De DP2302 bezit twee tellers (hoofdteller en batchteller). De hoofdteller heeft een maximaal telbereik van 0 tot 99.999.999. Bij het overschrijden van de maximale waarde wordt de teller naar nul gereset en de batchteller met één waarde verhoogd. Daardoor is het mogelijk om ook waarden > 99.999.999 te tellen. In dat geval moet de batchteller worden meegenomen in de berekening. In dit voorbeeld komt 1 impuls overeen met 1 Wh. Zodoende is het alleen met de hoofdteller mogelijk om tot 99.999 kWh (= 99.999.999 impulsen) te tellen. Met de batchteller kan het telbereik met de factor 9.999 worden verhoogd (ca. 999 miljoen kWh = 999 MWh).
Stroomverbruik (kWh) = ((batchteller* 99.999.999) + hoofdteller) / 1.000